Met een subsidie van 336 miljoen euro uit het Nationaal Groeifonds en 550 miljoen aan private investeringen kan de chemische industrie in Nederland gaan bouwen aan een groene, circulaire chemie. Tientallen nieuwe start-ups kunnen hiermee geholpen worden om fabrieken voor biobased plastics te bouwen. Toch heeft de sector nog een lange weg te gaan.
Dat was de conclusie van het jaarevent dat het platform Groene Chemie Nieuwe Economie (GCNE) hield in Utrecht. Ruim 250 mensen uit de chemische sector, beleidsmakers, politici en wetenschappers kregen in het Spoorwegmuseum de laatste ontwikkelingen van het groene chemiefront voorgeschoteld. Volgens GCNE-voorzitter Arnold Stokking heeft Nederland een prachtige chemische industrie. “Maar het is niet meer genoeg. We moeten innoveren”, zegt hij. “Dat gaat ook gebeuren, daar hoeven we niet over te twijfelen. Het enige waar wij het hierover moeten hebben is dat het in Nederland gebeurt. Voor onze economie en voor onze kinderen.”
BioBased Circulair
Het platform streeft naar een circulaire chemie met innovatieve technologieën, zonder fossiele brandstoffen en zonder CO2-uitstoot in 2050. Dat betekent dat processen geëlektrificeerd moeten worden en dat er geen fossiele brand- en grondstoffen meer gebruikt worden. Samen met de Topsector Agri & Food heeft GCNE 338 miljoen euro uit het Groeifonds aangevraagd en gekregen voor zijn programma BioBased Circular. Deelnemende bedrijven investeren nog eens 550 miljoen euro. Nu al doen 125 bedrijven, kennisinstituten en andere partners mee aan het programma. Het doel daarvan is om olie en andere fossiele grondstoffen voor plastic te vervangen door biobased grondstoffen, gerecycled plastic en – in de toekomst – koolstof uit afgevangen CO2 (CCU). Als dat lukt kan de Nederlandse chemie zijn CO2-uitstoot met 3,5 tot 5,8 miljoen ton verlagen, groeit de economie met 1,5 tot 3,5 miljard euro en worden 2.500 tot 8.300 nieuwe banen geschapen.