Na de publicatie van Brightsite Transition Outlook (BTO) 2023 heeft Brightsite actief de dialoog gezocht met diverse partijen en tijdens klimaattafels in heel Nederland. Deze gesprekken waren erop gericht om in de regio’s de uitdagingen rond circulariteit van grondstoffen voor de overgang naar duurzaamheid te inventariseren. Tijdens het jaarconges van Groene chemie, nieuwe economie op 7 november in Utrecht, deelde Arnold Stokking de belangrijkste bevindingen van deze ontmoetingen.
BTO 2023, gericht op bedrijven, onderzoeksinstituten, beleidsmakers en ondersteuningsorganisaties, presenteert een kwantitatieve en kwalitatieve analyse voor de overgang naar hernieuwbare grondstoffen binnen de chemische industrie. BTO 2023 gebruikt het fictieve CHEM-NL complex, dat symbool staat voor de totale Nederlandse productie van ethyleen en ammoniak, om een gedetailleerd overzicht te geven van alternatieve methoden voor de substitutie van olie en gas. Daarnaast belicht het de voorwaarden en uitdagingen die hierbij komen kijken en bevat het een navigatietool die toont hoe inzet van bepaalde hernieuwbare grondstoffen bijdragen aan klimaatneutraliteit in 2050. BTO 2023 fungeert zo als een belangrijk referentiedocument voor het begrijpen van de transitie en biedt een kader dat besluitvorming ondersteunt voor het verduurzamen van processen.
De bespreking van BTO 2023 met de verschillende regio’s had als doel een gezamenlijk beeld te schetsen rond de grondstoffentransitie voor de chemische industrie. Deze transitie staat nog in de kinderschoenen vergeleken bij de energietransitie, maar is even hard nodig als urgent. Brightsite slaat hiermee een brug tussen de industrie en de beleidsmakers om op een zo effectief mogelijke manier de transitie te stimuleren vanuit de overheid.
Er werd door vertegenwoordigers van Brightsite onder meer gesproken met industrietafels in Noord-Nederland, de Rotterdamse Haven, West-Brabant, Zeeland en Limburg. Ook is er overleg gepleegd met ambtenaren, kennisinstituten en diverse bedrijven. Elke interactie was bedoeld om dieper in te gaan op de gevolgen van de overgang naar hernieuwbare grondstoffen voor elke regio en om samenwerkingsinspanningen voor duurzaamheid te bevorderen. Tijdens het jaarcongres van Groene chemie, nieuwe economie presenteerde managing director Arnold Stokking van Brightsite de belangrijkste bevindingen aan directeur-generaal Bedrijfsleven en Innovatie Erwin Nijsse van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
De belangrijkste bevindingen:
Erkenning van de noodzaak tot verandering
Zonder uitzondering erkennen belanghebbenden uit verschillende sectoren de noodzaak om over te stappen van de huidige fossiel-gebaseerde productie- en bedrijfsmethoden. Er is een brede overeenstemming dat de huidige industriële praktijken moeten evolueren om klimaatverandering effectief aan te pakken. De sector is doordrongen van nut en noodzaak van de transformatie.
Inzicht in de omvang van de transitie
Ondanks deze consensus doorgronden velen de enorme omvang en complexiteit van de overgang naar alternatieve grondstoffen nog niet volledig. De overstap naar alternatieve grondstoffen is een complex proces met aanzienlijke gevolgen voor de structuur en de toeleveringsketens van de industrie
Economische haalbaarheid en potentieel voor hernieuwbare energie
De economische haalbaarheid van deze transitie ligt nog niet zomaar voor de hand, wat een uitdaging vormt voor beleidsmakers en industrieleiders. Echter, het potentieel voor hernieuwbare energie en materialen is onmiskenbaar, met veelbelovende initiatieven die de mogelijkheden van een duurzaam economisch model laten zien. Juist die initiatieven moeten nu als eerste omarmd worden
Behoefte aan ondersteunend beleid
Voor het slagen van zo’n transitie is een stimulerend langetermijnbeleidskader essentieel. Vertegenwoordigers van de industrie roepen op tot consistente regelgeving op zowel nationaal als Europees niveau, maar zien ook graag begeleiding om dit nieuwe terrein te navigeren. Deze steun is van cruciaal belang voor bedrijven om met vertrouwen te investeren in duurzame technologieën.
Circulariteit als voorwaarde
Circulariteit is geen optie meer, maar een voorwaarde voor de overgang van grondstoffen. Het 7R-concept moet worden doorgrond en gekwantificeerd in verhouding tot de volumes van verschillende typen hernieuwbare grondstoffen om een optimale, duurzame materiaalkringloop te garanderen.
Behoefte aan verder onderzoek
Stakeholders zijn het erover eens dat verschillende aspecten van de overgang naar hernieuwbare grondstoffen extra onderzoek en kwantificering vereisen. Elementen zoals ruimtebeslag, broeikasgas en stikstofemissies, water- en landgebruik, logistieke bewegingen en de behoefte aan nieuwe medewerkers moeten grondig worden geëvalueerd om gezamenlijk te kunnen sturen op het laten slagen van de transitie.
Gelijk speelveld
De huidige regelingen voor het toevoegen van duurzame grondstoffen aan brandstoffen maken het gebruik van deze grondstoffen voor de productie van materialen minder bereikbaar. Er is behoefte aan beleid dat gelijke kansen biedt voor alle energiebronnen en grondstoffen. Dit moet er toe leiden dat grondstoffen ook beschikbaar worden voor inzet in materialen en niet volledig worden weggezogen door de grote behoefte aan duurzame brandstoffen. Inzet in materialen houdt de koolstof langer vast en is daarom beter voor het milieu.
Joint the conversation
BTO 2023 heeft een stevige basis gelegd voor het begrijpen van de complexiteit en noodzaak van de overgang naar hernieuwbare grondstoffen. De betrokkenheid bij diverse regionale belanghebbenden onderstreept het belang van een collectieve en regio-specifieke benadering. We moedigen u aan om deel te nemen aan deze voortdurende dialoog, uw professionele perspectieven te delen en bij te dragen aan de duurzame toekomst van de industrie.